![]() |
Theo van Doesburg |
Tijdens de Eerste Wereldoorlog
hielden de Nederlandse kunstenaars zich bezit met abstractie. Hier kunnen we
onder andere het kubisme en het futurisme onder verstaan. Deze twee stijlen
zijn een onderdeel van het avant-gardestroming.
Kenmerken van het kubisme zijn:
afgevlakt volume, verwarrend perspectief, collage, meerdere standpunten,
stilleven, analytisch en synthetisch.
Theo van Doesburg richtte in 1915
een onafhankelijke tijdschrift ‘de Stijl’ op. Het tijdschrift zou een nieuwe
kunststijl (avant-gardisme). vertegenwoordigen. Hij maakte contact met
dichters, schilders, kunstenaars en architecten zoals Piet Mondriaan, J.J.P.
Oud en Gerrit Rietveld.
Veel ideeën van De Stijl zijn
afkomstig van de Nederlandse architect Hendrik Berlage. Hij legde nadruk op wanden
als vlak én als verdeler van ruimte en het principe van ‘eenheid in de
veelheid’. Dat betekent dat gebouwen, meubels, beeldhouwwerken en schilderijen
niet alleen als eenheden kunnen worden gezien, maar ook als assemblages van
afzonderlijke elementen.
De groep gebruikte abstractie,
geometrische vormen en primaire kleuren. Ze probeerden met zo veel mogelijk
eenvoud vorm te geven aan de modernisering. De ideeen van de groep werd de
Nieuwe Beelding of Neo-plasticisme genoemd. De belangrijkste kenmerken van deze
stijl zijn:
- Het terugbrengen van kunstwerken en ontwerpen tot hun meest elementaire vormen. Dit betekent dat er elementen overbleven zoals lijn, kleur en vlak, die beeldingsmiddelen werden genoemd.
- Asymmetrie
- Toepassing van primaire kleuren (geel, rood en blauw) en neutral kleuren (wit, grijs en zwart).
- Ontwerpen volgens het orthogonale stelsel, dus dat betekent dat de vlakken en lijnen uitsluitend in horizontale en verticale richting worden gebruikt.
Piet Mondriaan gaf de Nieuwe
Beelding een andere naam. Hij noemde het Neo-plasticisme en bepaalde zijn eigen
wetten:
1. Het beeldingsmiddel moet het
rechthoekig vlak of de prisma zijn, in primaire kleuren (rood, blauw en geel)
en in niet-kleur (wit, zwart en grijs). In de architectuur geldt de lege ruimte
als niet-kleur. De gedenaturaliseerde materie kan als kleur rekenen.
2. De gelijkwaardigheid in afmeting en
kleur van de beeldingsmiddelen is noodzakelijk. Verschillend van afmeting en
kleur zijnde, moeten zij van een gelijke waarde zijn. Het evenwicht wijst in
het algemeen een grote oppervlakte van niet kleur of lege ruimte aan en een
kleine oppervlakte van kleur of materie.
3. De tegenstellende tweeheid in het
beeldingsmiddel is evenzeer in de compositie geëist.
4. Het onveranderlijke evenwicht wordt
bereikt door de verhouding van stand en wordt uitgebeeld door de rechte lijn
(begrenzing van het zuivere beeldingsmiddel) in haar principale, d.i.
rechthoekige tegenstelling.
5. Het evenwicht dat de beeldingsmiddelen
opheft en vernietigt, ontstaat door de verhoudingen van afmeting, waarin deze
geplaatst zijn en die het levend ritme tot stand brengen.
6. Natuurlijke herhaling (de symmetrie)
moet uitgesloten worden.
De leden van De Stijl hadden
allemaal verschillende manieren om de Nieuwe Beelding uit te drukken. Zo past
van Doesburg bijvoorbeeld naast de primaire kleuren ook secundaire kleuren toe,
Mondriaan vermengde de primaire kleuren met grijs en Huszar paste heel veel
mengkleuren toe. Een van de meest bekende werken is het Rood-blauwe stoel van
Gerrit Rietveld, wat later het symbool van het tijdschrift werd.
De Stijl streefde naar een cultuur die niet
langer het individu centraal zou stellen, maar de gemeenschap.
We hebben moed en kracht nodig om door een
periode van disharmonie heen te durven gaan. Juist door de vrees voor
disharmonie en doordat men zich aanpast aan het verleden, komt men tegenwoordig
niet vooruit. Men moet zich niet
aanpassen, maar 'scheppen '.
Wil onze materiële omgeving van een zuivere
schoonheid zijn, dus gezond en waarlijk rechtstreeks aan het nut voldoen, dan
is het noodzakelijk dat zij niet langer de
egoïstische gevoelens van onze kleine persoonlijkheid weerspiegelt.
Ik wil dus een nieuwe esthetiek, gebaseerd
op de zuivere verhouding van de
zuivere lijn en de zuivere kleur. Want alleen door zuiver verhouding van
zuivere, opbouwende elementen komt men tot zuivere schoonheid.
Want er zijn altoos mogelijkheden van
bouwoplossing zodat èn het praktisch doel èn het esthetisch aanzicht bevredigd
is. De zuiver beeldende en logische
opvatting is altijd in overeenstemming met de praktische eisen, daar het een en
ander slechts een kwestie van evenwicht is.
Hetgeen het meest gevorderde is uit het
oogpunt van techniek en constructie, is juist hetgeen, het meest het
neo-plasticisme nadert.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten