Lcatie: Sonsbeek
Bouwjaar: 1955
Dit paviljoen staat in de beeldentuin van het
Kröller Müller museum in Otterlo. Het was eerst ook als beelden-expositieruimte
ontworpen en gebouwd op het landgoed Sonsbeek bij Arnhem. Hier was het
paviljoen tijdelijk bedoeld en is daarom ook weer afgebroken. Maar de Rietveld
heeft er toch een nieuwe, permanente, plek voor gevonden en weer opnieuw
opgebouwd. Het paviljoen bestaat uit rechte vlakken die horizontaal en verticaal
dienen om ruimte te openen en af te bakenen. Het is ‘anti-kubisch’, dat wil
zeggen, Rietveld heeft de ruimtes open gebroken in plaats van gesloten
functionele cellen te maken.
Je ziet in dit gebouw dat Rietveld zich liet
inspireren niet alleen door De Stijl, maar ook door stijlelementen van andere
modernistische architecten.
Open
Op deze foto’s zie je de openheid in het
gebouw. Er is veel glas gebruik en de muren zijn licht doorlatend.
Vorm
Ruimtes
Toch heeft Rietveld in het open paviljoen
verschillende ruimtes gecreëerd. Het paviljoen bestaat uit lage, deels gesloten
galerijen, hoge muren en een plat dak. Het is een spel met open, halfopen en
dichte vlakken, afwisselend in maat, gevarieerd in structuur, intiem maar
overal verbonden met de omringende ruimte.
Op deze plattegrond is te zien hoe de
kolommenstructuur in elkaar zit. Ook zie je dat er een aantal (licht
doorlatende) dragende muren zijn toegepast. De rode kleur geeft de
verschillende ruimtes weer en zijn de gedeeltes die overdekt zijn. De blauwe
kleur geeft aan waar het glas is geplaatst.
Belangrijk om te weten is dat de holtes niet helemaal
doorlopen. Rietveld heeft hier iets speciaals mee gedaan. Hij liet deze blokken
op hun kant metselen, zodat de holtes aan de ene kant zichtbaar waren en het
dichte vlak aan de andere kant. Nu heeft hij in bepaalde rechthoekige vlakken
de dichte kanten weggekapt. Hierdoor ontstond er een levendige textuur van de
wand.
Routing
Rietveld heeft het ontwerp gebaseerd op de relaties tussen
verschillende ruimtes. Je ziet ook op de plattengrond dat er gekozen is voor
een radiale organisatie. De verschillende galerijen ‘draaien’ om de centrale
ruimte heen.
Waarom open ruimtes?
Rietveld gebruikt niet de massa van het materiaal, maar met
de ruimte die erin zit. Een ruimte moet je dus afscheiden met de algemene
ruimte door middel van begrenzingen die niet volledig zijn.
Een quote van hem luidt: ‘De lege ruimte en het licht
bepalen de waarde van de architectuur in, om en tussen de begrenzingen, die er
slechts zijn om de ruimte te bepalen.’ De open ruimtes moeten natuurlijk zijn.
Rietveld sprak alleen over ruimte en noemde het gebruik van materiaal een
naamloze en onvermijdelijke aanwezigheid. Wel kon deze aanwezigheid van grote
en transparante schoonheid zijn.
Materiaal
Het paviljoen bestaat uit verschillende vlakken en lijnen
van muur- en dakvlakken, dakranden en kolommen. De texturen van deze onderdelen
zijn van belang bij de ervaring van het paviljoen. Deze texturen worden bepaald
door de keuze en behandeling van de materialen. Omdat Rietveld een vluchtig
gebouw wilde, heeft hij gekozen voor eenvoudige materialen. Zo heeft hij de
wanden van B2 blokken gemaakt, dit zijn holle grindbeton blokken.

Er zijn in het paviljoen vier lage dakvlakken en een hoge.
Hiervan zijn de onderkanten en zijkanten zichtbaar. De zijkanten dienen als een
strakke witte lijn. Verder is er als dakbeschot gekozen voor rietplaten. Deze
platen werden vaak door Rietveld gebruikt.
Herbouw
Toen het paviljoen werd ontworpen in 1955 was het bedoeld
als een tijdelijk gebouw. Nu dat het voor de derde keer gebouwd is, is het een
permanent bouwwerk geworden. Om dit te realiseren zijn er nieuwe materialen en
detailleringen gebuikt. Het uitgangspunt was in eerste instantie hergebruik van
zo veel mogelijk materialen, maar uiteindelijk zijn alleen de staalconstructie
en een deel van de houten dakbalken hergebruikt. Alle andere materialen zijn
nieuw. De originele B2 blokken werden niet meer geproduceerd, omdat de
fabrikant niet meer bestaat. De blokken zijn daarom nieuw gemaakt in een
speciale stalen mal door MBI. Het is gemaakt met hoogwaardig kwaliteit beton en
bovendien werd het metselwerk gewapend. Zo werden er nog meerdere verbeteringen
gemaakt in de herbouw.
Er kwam nog een discussie over de kleuren van het gebouw. In
het originele paviljoen waren drie wanden geschilderd in wit, blauwgrijs en
roze. De opdracht was om het paviljoen te reconstrueren in de staat waarin het
tweede paviljoen was gereconstrueerd, dus met de kleuren. De herbouw-architect
Bertus Mulder heeft na onderzoek te doen gevonden dat Rietveld de kleuren heeft
gekozen in relatie met de tentoonstelling waarvoor het originele paviljoen
bedoeld was. Deze kleuren hadden dus geen relatie meer met het nieuwe
paviljoen. Bertus was van mening dat het paviljoen nu een autonoom
ruimtekunstwerk is en dat de kleuren daar niet in thuis horen. Uiteindelijk
heeft Bertus de discussie gewonnen.
Maar het oorspronkelijke beeld blijft bijna compleet
gehandhaafd. Dit was ook de eis van de Rijksgebouwendienst en de wil van
herbouw-architect Bertus Mulder.
Week 6
Overgang van laag naar hoog om de nadruk op de hoogte te leggen. De ruimtelijkheid staat letterlijk centraal, omdat het hoge gedeelte centraal staat.
Week 7
1. Rechthoek à het paviljoen bestaat uit rechte vlakken. Dus aan deze eis van het
neoplasticisme voldoet het Schröderhuis helemaal.
2. Herhaling grote oppervlakte heeft een niet-kleur en
een kleine oppervlakte heeft een primaire kleur. à dit kom
niet in het paviljoen voor, omdat er alleen maar niet-kleuren zijn gebruikt in
het ontwerp.
3. Asymmetrie à dit is
het geval, omdat je het gebouw niet symmetrisch kunt verdelen.
4. Geen schuine lijnen à zoals
in de schets te zien is bestaat het gebouw uit horizontale en verticale lijnen.
5. Evenwicht in kleuren en delen. à dit
voldoet ook niet omdat het gebouw alleen niet-kleuren bevat.
6. Geen natuurlijke herhaling. à het
gebouw heeft een herhaling in kolommen en ramen, waardoor het paviljoen ook
hier niet aan voldoet.
Dus het Rietveld paviljoen voldoet helaas niet aan de
6 regels van Piet Mondriaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten