
Wat maakt het ontwerp zo
bijzonder?
Het is Rietvelds talent een opdracht
eigenzinnig te maken en daar een oorspronkelijke oplossing voor te vinden. Hij
wil een helder, ruimtelijk meubel maken. Daarom ontleedt hij de traditionele
leunstoel in onderdelen die hij brengt tot de meest simpele vorm: Latten en
planken. Voor het in elkaar zetten van de stoel gebruikt hij deuvels (met 16
ronde, beuken pennen op elk raakvlak aan elkaar bevestigd), waarmee de
onderdelen zo verbonden kunnen worden dat hun vorm geheel intact blijft en elk
element een eigen plaats inneemt in de ruimte. Hierdoor krijgt de stoel geen
gesloten omtrek, maar een open ruimtelijke structuur. De maten en
bevestigingspunten van de onderdelen kunnen vrij gekozen worden, waardoor een
zwevend en vrij effect ontstaat. Niet samengevoegd zoals bij een pen-en-gatverbinding
waardoor er een massa ontstaat die ruimte in beslag neemt.
De stoel was eenvoudig met
behulp van bijvoorbeeld een zaagmachine te produceren. Rietveld hoopte dat
machinale productie enerzijds het werk van de arbeider zou verlichten en
anderzijds kwalitatief goede producten (zoals zijn stoel) bereikbaar zouden
maken voor een groter publiek.

De stoel vergeleken met de 6 pijlers van het neoplasticisme.
Dit zijn de 6
pijlers van het neoplasticisme
1e Het
beeldingsmiddel moet het rechthoekig vlak of het prisma zijn, in primaire kleur
(rood, blauw en geel) en in niet-kleur (wit, zwart en grijs). In de
architectuur geldt de lege ruimte als niet-kleur. De gedenaturaliseerde materie
kan als kleur rekenen.
2e De
gelijkwaardigheid in afmeting
en kleur van de beeldingsmiddelen is noodzakelijk. Verschillend van afmeting en
kleur zijnde, moeten zij van een gelijke waarde zijn. Het evenwicht wijst in
het algemeen een grote oppervlakte van niet-kleur of lege ruimte aan en een
kleine oppervlakte van kleur of materie.
3e De
tegenstellende tweeheid in het beeldingsmiddel is evenzeer in de compositie
geëist.
4e Het
onveranderlijke evenwicht wordt
bereikt door de verhouding van stand en wordt uitgebeeld door de rechte lijn
(begrenzing van het zuivere beeldingsmiddel) in haar principale, d.i.
rechthoekige, tegenstelling.
5e Het evenwicht, dat de beeldingsmiddelen opheft en vernietigt,
ontstaat door de verhoudingen van afmeting, waarin deze geplaatst zijn en die
het levend ritme tot stand brengen.
6e Natuurlijke herhaling (de
symmetrie) moet uitgesloten worden.
Betrekking tot
de stoel
1.Het zit en rug gedeelte bestaan uit twee verschillende primaire kleuren.
Deze twee delen zijn symmetrisch. En elk uit einde van de latjes
(bingingsmiddel) zijn geel gekleurd.
2. Rietveld houd zich niet aan deze pijler van het neoplasticisme. Want hij
maakt gebruik van een groot rood en een groot blauw vlak. Alleen de
verbindingen (latjes) zijn uitgevoerd in niet kleuren (neutrale kleuren) met
aan de kopse kant een gele kleur.
Dus bij de verbindingen heeft hij zich wel aan deze pijler gehouden. Door
een groot zwart vlak in evenwicht te brengen door kleine geel tinten hier aan
toe te voegen. Alleen is het geheel hierdoor niet in balans.
3. Er is nauwelijks tegengesteldheid in de stoel want hij heeft namelijk
een symmetrieas.
4. Het onveranderlijke evenwicht, wordt naar ons in ziens niet helemaal
bereikt in de rood blauwe stoel. Het schuin geplaatste zit gedeelte en de
schuine rugleuning staat dit evenwicht in
de weg doordat deze delen schuin zijn geplaatst.
5. Het evenwicht wordt niet bereikt door de niet kleuren een groter vlak te
laten innemen dan de primaire kleuren om zo in evenwicht te komen. Maar hier
lijkt het juist andersom te gelden. De kleine vlakke die een niet-kleur hebben
worden in evenwicht gehouden door de grote vlakken die een primaire kleur
hebben. Dus hier heeft Rietveld het helemaal omgedraaid.
6. De stoel is juist wel symmetrisch.
Er wordt dus maar aan een
enkele pijler gehouden bij het ontwerp van deze stoel.
Week 5
Week 5
Rietveld beschouwde de stoel als een vrije en
helder gedefinieerde vorm in de ruimte. De stoel moest de ruimte niet
afsluiten, maar onderbroken laten. Dit schreef hij aan Van Doesburg in 1920.
De transparantie van de vorm moet de massa van
het materiaal opheffen. De maximale transparantie bereikte Rietveld door de
elementen van de constructie te accentueren.
De rood-blauwe stoel is gemaakt van machinaal
gezaagde planken en latten. Dit is gedaan om te laten zien dat je met zuiver
machinale dingen ook nog wel iets moois kunt maken.
Cartesiaanse knoop
De specifieke onderlinge plaatsing van stijl
en regels in hoogte-, breedte-, en diepterichting wordt ook wel cartesiaanse
knoop genoemd. Welke is afgeleid van de Franse filosoof Rene Descartes. De
cartesiaanse knoop groeide uit tot symbool voor het vernieuwende in Rietvelds
visie.
Materiaal
De eerste stoelen zijn gemaakt van beukenhout.
Alle massieve zittingen en rugleuningen zijn in de loop van de tijd
kromgetrokken en vooral de zittingen vertonen lengtescheuren. In de eerste
helft van de jaren twintig ging rietveld multiplex (beuken) voor rug en zitting
gebruiken. Multiplex is minder gevoelig voor scheuren dan massief hout. De
exemplaren met multiplex zijn alle geverfd.
Modellen
Er zijn twee modellen van de stoel bekend: met
en zonder panelen onder de armleuningen. De stoel met panelen kent twee
uitvoeringen: met rechthoekige panelen en met afgeschuinde panelen.
Van alle varianten is het model zonder panelen
het meest bekend. Dit is de gekleurde uitvoering met rood voor zitting, blauw
voor de rugleuning, geel voor de koppen van de balkjes en de armleuningen en
zwart voor de regels, stijlen en armleuningen.
Kleur
Er bestaan ook monochroom geverfde stoelen,
voor Til Brugman (schrijfster); of monochroom met contrasterende kleur voor de
koppen, zoals grijs met geel voor Charley Toorop (schilderes).
In welk jaar de leunstoel voor het eerst van
kleuren werd voorzien staat niet vast. De naam rood-blauwe stoel werd pas in
1958 gegeven.
Ongekleurde leunstoelen met afgeschuinde
zijpanelen
Datum: 1919
Deze stoel is afgebeeld in september 1919
in De Stijl.
Ongekleurde en monochrome leunstoel met rechte zijpanelen
Datum: 1920
Deze stoel is in juli-augustus 1920 geexposeerd in de model woning van het woningbouwproject van J.J.P. Oud in Rotterdam-Spangen.
Ongekleurde, monochrome en rood-blauwe stoelen zonder panelen
1. Datum: 1923
Deze stoel is ontworpen voor
schrijfster Til Brugman en ook voor muzikante Sienna Masthoff.
2. Datum:
1925
Laatste model van de stoel
(rood-blauwe stoel). Deze stoel is gemaakt voor Truus Schroder-Schrader.
Week 6
Week 6
Beuken bomen worden gezaagd met een bandzaag
in dunnere diktes en met een lengte van 16 meter. Volgens Gerrit Rietveld kan
je pas een nieuwe meubel maken als je een nieuwe manier van constructie of een
nieuwe materiaal toepast.
Zijn ideaal was om in een klap de stoelen uit
de machine te laten komen à tijdperk van de machines.
De eerste modellen van de stoel bestaan uit
een pen- en gatverbinding.
De stoel bestaat uit stijlen en regels:
- 2 armleggers
- 2 voorpoten
- 2 achterpoten
- 2 steunen onder de armleggers
- 3 lange regels voor onder de zijregels
- 4 korte dwarsregels
Tijdens het maken van de stoel heeft Gerrit
Rietveld geëxperimenteerd met
kindermeubilair. Hij maakt een kinderbox met de principes van de
leunstoel.
De
eerste wat in de tijdschrift wordt uitgebeeld is de kinderstoel die hij heeft
gemaakt.
Door de pen- en gatverbinding ontstaat er een
niet altijd bedoeld vlak. Hierdoor is Rietveld in zijn latere ontwerpen
deuvelverbinding gaan gebruiken in plaats van de pen- en gat methode.
Hij gebruikt verbinding in losse deuvels
waarbij het makkelijk is om zijdelinks te kunnen verbinden. Grootste voordeel
is dat je de regels in alle richtingen
en op alle plekken kunt plaatsen. Zo kunnen ze zich meer uitdrukken waardoor men
los komt van het constructief gevonden vlak.
Toen de stoel werd gemaakt werd er gebruik
gemaakt van beenderlijm. Dit is lijm dat gemaakt wordt van botten en stoelen.
Deuvelverbinding was een middel om het doel van ruimtelijkheid in meubels te
brengen waar te maken. Rietveld was de
eerste die zich afvroeg hoe transparant een meubel is en hoe het zich verhoudt
in een ruimte t.o.v. van de rest van de ruimte.
Comfort:
- standaardisatie van eenheden
- eenvoudige solide verbinding
- het is makkelijk aan te leveren in de verpakking
Sommige modellen van de rood-blauwe stoel zijn
aan de voorkant dicht getimmerd. Dit is niet ergonomisch, omdat je je voeten
niet dichtbij het zitvlak kunt brengen maar uit moet steken.
De helling van de zitting en de leuning zorgt
voor een ondersteuning. Voor mensen onder de 1.80 was de stoel niet ergonomisch
omdat de rugleuning dan te ver was.
De rugleuning is qua zithoogte goed
bijvoorbeeld voor boek lezen, maar voor het slapen is het te laag.
Je kunt hem van alle kanten oppakken er
verplaatsen zonder dat je last van je rug krijgt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten